Grondbeginselen der ziektekundige ontleedkunde. Deel I, Algemeene ziektekundige ontleedkunde / Uit het Fransch, naar de tweede uitgave, door E.C. Buchner.

  • Andral, G. (Gabriel), 1797-1876
Date:
1838
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Grondbeginselen der ziektekundige ontleedkunde. Deel I, Algemeene ziektekundige ontleedkunde / Uit het Fransch, naar de tweede uitgave, door E.C. Buchner. Source: Wellcome Collection.

    336/348 (page 326)
    ( ) ! îrrllûüc (1er orp,ancii plaats , en de lLe»'apie moet niet uit- sluitend beslaan in het doen van aderlatingen ter bestrijding van de gewrichtspijnen. Nu treft men wel is waar somwij- len eene overvloedige afscheiding van piszuur aan bij men- schen , (lie zich niet met zeer stikstofrijke zelfstandigheden voeden ; maar zulke uitzonderingen stoten de theorie niet omver, want hel is gemakkelijk te begrijpen, dat in het bloed, ook onafhankelijk van het voedsel, de stikstof kan heerschen , en zich hierdoor eene overvloedige hoeveelheid piszuur kan vormen Eene insgelijks hiertoe behoorende w’aarneming, w elke wdj aan düPüy verschuldigd zijn , is deze , dat bij verscheidene koeijen, in wder longen aanzienlijke neerzetsels van kool- zure kalk w'erden gevonden, de melk insgelijks meer dan ge'woonlijk van dit zout bevatte. Wanneer zich bij den mensch in latere levensjaren in verscheidene organen phps- phorzure kalk neerzet, mag wel de oorzaak van dit ver- schijnsel in het bloed gelegen zijn, dat deze stof in over- vloedige hoeveelheid bevat. Dikwijls treden nog andere ziekten te voorschijn ten gevolge van zekere voorwaarden der uitwendige invloeden, die de bloedbereiding beheerschen , namelijk het voedsel en de lucht, en ofschoon die voorwaarden in deze ziekten in eenige geval- len niet duidelijk kunnen woorden aangetoond, zoo is het toch waarschijnlijk , dat de oorzaak dezer ziekten in het bloed gelegen is. Daartoe behooren ook de waterzuchten, die in tijden van hongersnood ontstaan, wanneer geheele bevolkingen , gebrek lijden aan voldoend voedsel ; het lang- zamerhand van zijne vezelstof beroofd *en grootendeels in wei veranderd bloed schijnt gemakkelijker uit de vaten te treden en zich in het celweefsel en binnen de weivlieshollen oplehoopen. Soortgelijke w aterzuchten komen ook sporadisch voor, men vindt bij dezelve in de lijken geene waarneembare verandering in de vaste deelen , maar slechts eene ontmen- ging van het’bloed, dat geheel zijne kleurstof heeft verloren, en welks vezelstof, zoo zij nog ergens beslaat, heeft opge- houden strembaar te zijn. Meer gevallen van dezen aard zijn in mijne clinique medicale beschreven. Zoodanige wa- (*) De proefnemingen van edw’ard hebben bewezen, dat de dieren gedurende den winter minder stikstof uitademen dan gedurende den zomer. Zoude dit niet eene der oorzaken zijn, die in koude en vochtige landen, da overvloedige afscheiding van piszuur kunnen bevorderen ? Deze zoude dan als eene vicaricerende afscheiding moeten beschouwd worden.